wapen

{{wapen}}{{/term}}

1 arme 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   het wapen van het cynisme • l'arme du cynisme

     iemand met zijn eigen wapens bestrijden • combattre qn. avec ses propres armes 〈ook figuurlijk〉

     geleide wapens • engins guidés

     naar de wapens grijpen • prendre les armes

     de wapens neerleggen • déposer les armes

     de wapens opnemen • prendre les armes

     iemand de wapens uit handen slaan • ôter à qn. tout moyen de défense 〈ook figuurlijk〉

     onder de wapenen zijn • être sous les armes

     onder de wapenen komen • être appelé sous les drapeaux

     onder de wapenen roepen • appeler sous les drapeaux

     te wapen! • aux armes!

     te wapen lopen • prendre les armes

¶   het Nederlandse wapen • les armes des Pays-Bas

Deens-Russisch woordenboek. 2015.